Voorlichtingenzo.jouwweb.nl

Fases geboorten

Tenslotte: je kan op verschillende manieren bevallen, er is de klassieke ziekenhuisbevalling, de thuisbevalling maar je kan ook onder water bevallen.

Voorfase

Tijdens de voorfase heeft de vrouw heftige weeën zonder dat er effect is op de baarmoederhals, dat wil zeggen zonder ontsluiting. Dit kan dagen tot dagen duren, er kunnen onderbrekingen zijn tussen periodes van belastende weeën.

De voorfase kan erg vermoeiend zijn omdat er vaak heftige weeën zijn zonder dat de bevalling echt begint.

 

Vroege ontsluitingsfase

In de vroege ontsluitingsfase verbreedt de baarmoederhals tot een ontsluiting van 7 cm. Deze fase duurt best lang, soms 5 tot 6 uur, maar dit kan groot verschillen en zeker bij een eerste zwangerschap kan dit langer duren. Hoewel deze fase van de bevalling het langst duurt is ze meestal goed uit te houden. Er zijn regelmatig pauzes tussen de weeën door.

 

Late ontsluitingsfase

In de late ontsluitingsfase verbreedt de baarmoedermond tot een ontsluiting van 10 cm. Meestal worden de vliezen in deze fase gebroken, als ze dat vanzelf nog niet gedaan hebben.

Dit is de zwaarste fase van de bevalling: de baby daalt in tot bijna het diepste bekkenpunt waardoor druk komt op gevoelige plekken. Ook de weeën zijn heftiger. Dit duurt meestal één tot twee uur, tot aan de volledige ontsluiting of 10 centimeter opening.

 

Overgangsfase

Tijdens de overgangsfase daalt het hoofdje van de baby tot op de bekkenbodem. De moeder voelt een drang om te persen maar dit mag nog niet, anders zou je de bekkenbodemspieren kunnen beschadigen. Tijdens deze fase, die ongeveer 1 uur duurt, krijg je alles terug onder controle. De bevalling kan beginnen.

 

Persfase, de geboorte

Tijdens deze laatste fase, die ongeveer een half uur duurt, duwt het kind wee voor wee de bekkenbodemspieren weg. Het meepersen is inspannend maar deze fase wordt, in het vooruitzicht van de geboorte, meestal in goede stemming doorgebracht.

Om inscheuren te voorkomen wordt vaak een inknipping gedaan. Hierbij wordt rond de schede twee tot drie centimeter ingeknipt om de opening groter te maken en scheuren te voorkomen. Inknippen gebeurt meestal tijdens een perswee omdat je er zo het minst van voelt. Na de bevalling wordt de inknipping gehecht onder lokale verdoving.

Het hoofdje komt tevoorschijn maar schiet telkens nog een stukje terug,als dat niet meer gebeurt zegt men dat het hoofdje 'staat'. Je moet dan niet meer persen, maar ontspannen zodat het hoofdje langzaam vrijkomt. Wanneer het hoofdje word geboren, dan is meestal nog maar één perswee nodig om het kindje helemaal uit de moeder te halen.

De arts vangt het kindje op, de navelstreng wordt afgeklemd en doorgeknipt. Als je borstvoeding gaat geven mag je daar na de geboorte gelijk  mee beginnen. Zelfs wanneer het kindje geen honger heeft kan je de baby laten zuigen.

 

De nageboorte

Meestal 10 minuten tot een halfuur na de geboorte van het kind wordt de moederkoek of placenta uitgestoten. De nageboorte wordt door de meeste vrouwen ervaren als erg pijnlijk/ vervelend.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb